Er was eens een prinses met wie alle mannen wel wilden trouwen. Ze probeerden haar te winnen met Afrikaanse oorbellen, sieraden, kostbare gewaden en kolanoten, maar zij kon niet kiezen. Daarom vroeg ze haar vader aan te kondigen dat ze was doodgebeten door een slang. De koning liet op de tam tam slaan en begrafenis dansen dansen. Heel veel mannen kwamen hun geschenken terugvragen, maar er kwam ook nog een arme man die wanhopig was om de dood van zijn prinses. Hij hield van haar, maar vond zichzelf geen goede partij. Toch wilde hij dat ze ook in haar graf mooi en gelukkig zou zijn. Daarom bracht hij toch nog gewaden en kolanoten. Dit is echte lief- de, dacht de koning, en hij vertelde dat zijn dochter nog leefde. Ze trouwden en werden heel gelukkig.
De rivier en het paard met de eekhoorn
Een paard was nog nooit uit zijn stal geweest. Op een dag vroeg zijn moeder hem om een zak meel naar de molen te brengen. Onderweg stuitte het paard op een rivier en hij stopte. Hij zag een oude os en vroeg of hij de rivier kon oversteken. ‘Natuurlijk, het water komt maar tot mijn knieën,’ antwoordde die. Maar een eekhoorntje waarschuwde: ‘Nee, doe het niet, de rivier is diep! Een van mijn vrienden is er gisteren in verdronken.’ Het paard ging daarom om raad naar zijn moeder, die zei: ‘Lieve jongen, gebruik je verstand. De os is groot en vindt de rivier niet diep, maar de eekhoorn is klein en voor hem is het water juist heel diep.’ Het paard keerde toen terug naar de rivier en ontdekte dat de rivier ondiep was, zoals de os had gezegd, maar ook niet diep, zoals de eekhoorn riep. Hij stak met een gerust hart over.
Een tovenaar uit Afrika
Niame, een machtige tovenaar, liet de vier allermooiste meisjes bij zich komen en vroeg: ‘Wat doe je voor mij als ik met je trouw?’ Het eerste meisje, Acoco, zei dat ze zijn huis zou schoonmaken; het tweede ging koken; het derde wilde katoen spinnen en water halen en het vierde zei: ‘Ik geef je een zoon van goud.’ Niame huwde het vierde meisje en hield Acoco als dienstmeisje. De koningin baarde een jongen van goud en een van zilver, maar Acoco stal de jongens en legde twee kikkers op hun plaats. Niame doodde de kikkers en verbande zijn vrouw. Maar toen vond een jager twee kindjes in het bos. Hij voedde ze op en werd rijk van het goud en zilver van hun lijfjes. Toen hij besefte dat dit Niames kinderen waren, bracht hij ze terug. Niame liet zijn vrouw terugkeren, veranderde Acoco in een kip en overlaadde de jager met geschenken, waaronder een regenboog pastel gekleurd en wel.
Jaloerse stiefmoeder
Een koning had een dochter die Rosalie heette. Nadat zijn vrouw was gestorven, trouwde hij met een vrouw die een dochter had die Lidwien heette. Op een dag zag Rosalien drie duiven, die ze brood gaf. Als dank maakten ze haar twee keer zo mooi, met gouden haren en parels in de mond. De stiefmoeder stuurde toen Lidwien het bos in, die de duiven verjoeg en toen nóg lelijker werd dan ze al was. Zodra ze iets zei, kwamen er rupsen uit haar mond! Rosalien werd verjaagd en kwam op een strand, waar ze vriendschap sloot met een hert, een dennenboom en een nachtegaal. Op een dag werd een prins verliefd op haar en hij nam haar mee naar zijn paleis. De jaloerse stiefmoeder maakte een gouden gans van haar, maar het hert en de nachtegaal gebruikten dennennaalden om de betovering te verbreken. Toen kon Rosalien toch met de prins trouwen.
Voetafdruk in Nieuw-Zeeland
In een tijd dat vissen nog werden gevangen met hengel en lijn leefde er een jongen die Kaucura heette. Op een dag kwam hij op een strand waar duizenden visgraten lagen, maar weinig menselijke voetafdrukken. Kaucura wilde weten hoe dat kon, omdat je met een hengel nooit zoveel kon vangen. Hij verstopte zich en wachtte tot het donker werd. Na een tijdje hoorde hij stemmen van zee komen en zag hij hoe een paar feeën iets in het water gooiden met touwen eraan. Ze kwamen op het strand en trokken netten uit het water. Kaucura besloot te helpen, maar toen de zon opkwam zagen de feeën dat hij een mens was en vluchtten ze. De netten lieten ze lig- gen. Kaucura liet die aan andere vissers zien. Sindsdien weten zij ook hoe ze heel veel vis- sen in een keer kunnen vangen.
De leeuw en de wolf
Er was eens een leeuw die iedere voorbijganger doodde. Het stamhoofd riep daarom de jagers bijeen, die een kooi bouwden waarin ze de leeuw vingen en gevangen hielden. Maar de leeuw haalde iemand over om hem vrij te laten en toen de domoor dat deed, sprong de leeuw boven op hem. Anderen vroegen wat er gebeurde, maar de man en de leeuw vertelden ieder een ander verhaal. Een wolf die voorbijkwam, luisterde er goed naar, eerst naar de man en toen naar de leeuw. De wolf vroeg de leeuw om weer in de kooi te gaan om te laten zien hoe het was gegaan. De leeuw stemde toe en de wolf sloot de deur met een hangslot. Toen zei de wolf: ‘Jij lijkt wel niet goed bij je hoofd! Iemand komt je bevrijden en jij wilt hem vermoorden? Blijf maar lekker hier, dan kan de man gaan.’
Dieren in Australië
Ooit leefden er op aarde alleen maar dieren. Op een dag verscheen de mens, en de dieren waren er helemaal niet gerust op. Daarom gingen ze bij de zon te rade: die moest hun er iets voor teruggeven. De zon zei: ‘Ik zal naar jullie wensen luisteren, maar een weg terug is er niet.’ De muis vroeg vleugels en werd een vleermuis, maar dat speet hem omdat hij alleen ’s nachts vloog. De zeehond wilde niet langer op aarde leven en vroeg om vin- nen, maar daardoor moest hij in zee leven, in ijskoud water. De uil wilde grotere ogen, maar was er niet blij mee omdat hij het licht niet langer verdroeg en alleen ’s nachts nog kon uitvliegen. De koala wilde het liefst zijn opvallende staart kwijt. De andere dieren vonden het een schitterende staart en toch heeft de zon die genomen. De koala heeft er nog altijd spijt van.
Japanse grot
Men zegt dat de dageraad ooit ruzie had met de goden. Ze hield zich toen schuil in een grot die was afgesloten met een enorme rots en ze wilde niet meer schijnen. De goden waren ten einde raad: waar waren zij zonder de dageraad? Ze smeekten wat ze konden, maar de dageraad liet zich niet meer zien. De godin van de liefde wist wel raad met fratsen en bedacht een manier om de dage- raad te overtuigen. Ze plaatste een spiegel voor de steen die de grot afsloot en vroeg de oorlogsgod zich in de buurt te verschuilen en te wachten. Toen de dageraad zag dat niemand haar zocht, haalde ze de steen weg. Toen zag ze het mooiste meisje dat ze ooit had gezien en dat ook nog op haar leek. De oorlogsgod greep haar toen bij de haren en dwong haar om de wereld weer te beschij- nen met haar prachtige licht.
Avontuur in Oceanië
Tangaroa met zijn getatoeëerde hoofd woonde in een schelp waarmee hij door de ruimte reisde. De zon, de maan, de aarde en levende wezens bestonden nog niet. Op een dag opende Tangaroa zijn schelp en ging hij erin staan. Hij riep: ‘Wie is er hierboven? En wie hieronder?’ Maar niemand antwoordde. Toen zocht hij zand, maar dat bestond nog niet. Daarom haalde hij de bovenkant van zijn schelp en vormde hij de lucht, en van gemalen stukjes schelp maakte hij zand. Hij gebruikte nog meer schelpen om dingen te kunnen maken. Nu weet je dat Tangaroa alles heeft gemaakt van die ene schelp: de lucht komt uit de schelp waar de zon en de sterren in zaten; de aarde uit de schelp waar rotsen, water en planten in verborgen zaten; de vrouw is de schelp die de man geboren liet worden. Eigenlijk komt alles uit één schelp.
De arrogante olifant
Toen de wereld net begon was de olifant even groot als alle andere dieren, maar hij was ook heel arrogant. De savannebewoners kwamen samen en besloten daar iets aan te doen. Ze organiseerden een banket om hem bezig te houden, en terwijl de olifant at gaven de andere dieren hem zo veel slaag dat hij opzwol. Van ellende dook de olifant in de rivier, waar hij dagen bleef zitten om bij te komen. Maar toen hij zijn spiegelbeeld in het water zag, bleef hij van schrik helemaal opgeblazen, ongelooflijk! Alleen zijn oren waren nog normaal. Nu is de olifant het grootste dier van de savanne, maar hij bemoeit zich nergens meer mee omdat zijn omvang hem nog elke dag herinnert aan de dagen van toen. Eigenlijk schaamt hij zich ervoor en daarom laat hij zijn oren hangen.