Finn was een kleuter met een grote fantasie en een nog grotere liefde voor avontuur. Overal waar hij ging, nam hij zijn favoriete speelgoed mee: een set magnetische blokjes waarmee hij alles kon bouwen wat hij maar wilde.
Op een zonnige middag maakte Finn samen met zijn ouders een boottocht door de grachten van Amsterdam. Hij zat op de houten bank in de rondvaartboot, zijn handen druk in de weer met zijn magnetische blokjes.
“Kijk, mama!” riep hij enthousiast. “Ik bouw een piramide!”
Zijn blokjes klikten vast, laag na laag, tot hij een perfecte kleine piramide had gebouwd op zijn schoot. Maar wat Finn niet wist, was dat zijn magnetische blokjes van Magna Tiles echt magisch waren.. op dat moment schudde de boot een beetje door een golfje. De piramide wiebelde… en voor Finn het wist, viel hij met zijn blokjes naar voren!
Maar in plaats van op de bootvloer te belanden, voelde Finn ineens iets geks. Een magische kracht trok hem mee, als een onzichtbare draaikolk. Alles werd wazig en toen hij zijn ogen opendeed… stond hij midden in een echte woestijn!
Voor hem verrees een gigantische piramide, veel groter dan de mini-versie die hij net had gebouwd. Finn keek verbaasd om zich heen en kneep in zijn armen. “Wow, hoe ben ik hier beland?”
Hij stapte voorzichtig naar de ingang van de piramide. Binnen was het koel en donker, met lange gangen en hoge muren vol geheimzinnige tekeningen. Maar het vreemdste van alles? Zijn magnetische blokjes begonnen zachtjes te trillen in zijn handen, alsof ze iets voelden…
“KRAK!” klonk het opeens. Een van de stenen muren schoof langzaam open. Finn hield zijn adem in. Uit de schaduwen verscheen een figuur… een mummie!
Finn moest even slikken, maar de mummie klonk niet eng. Sterker nog, hij klonk vriendelijk!
“Welkom, kleine bouwer,” sprak de mummie met een diepe stem. “Jij hebt de magische piramide met je speelgoed nagebouwd, en nu ben je hier!”
Finn keek verbaasd naar zijn magnetische blokjes. “Zijn deze… magisch?” vroeg hij.
De mummie knikte. “Ja! En je kunt ze gebruiken om de verborgen schatkamer te openen!”
Finn sprong op van opwinding. Hij hield zijn blokjes tegen een lege plek in de muur, en plots begonnen de stenen vanzelf te bewegen! Een verborgen deur schoof open, en daarachter lag een schatkist vol glinsterende gouden munten en edelstenen.
“Wauw!” riep Finn.
De mummie lachte. “Je hebt de test van de kleine bouwer doorstaan. Nu mag je terug naar je wereld.”
Voordat Finn kon antwoorden, voelde hij opnieuw die vreemde magnetische kracht. Alles draaide en wervelde om hem heen… en ineens zat hij weer in de boot in Amsterdam, zijn piramide nog steeds op zijn schoot.
“Finn, kijk!” riep zijn moeder. “Daar is het Rijksmuseum!”
Finn keek op, nog steeds een beetje duizelig. Was het allemaal echt gebeurd? Hij wist het niet zeker. Maar toen hij naar zijn magnetische blokjes keek, zag hij iets geks—een klein, goud glinsterend zandkorreltje tussen de naden.
Hij glimlachte. “Misschien ga ik nog wel een keer op avontuur…”
En zo eindigde Finns magische reis—voor nu.